Voorbeelden

1. You can always recuse yourself.
   Je kunt je altijd laten wraken.
2. Did your team recuse themselves?
   Heeft jouw team zich verdacht gemaakt?
3. I move that you recuse yourself.
   Ik stel voor dat je jezelf wraakt.
4. You 're supposed to recuse yourself.
   U moet uzelf gaan wraken.
5. Ask that your honor recuse herself.
   Wilt u uzelf daarvoor berispen?
6. Detective Watts, perhaps you should recuse yourself.
   Detective Watts, misschien moet je jezelf excuseren.
7. And if you won 't recuse yourself...
   En als jij jezelf niet terugtrekt...
8. I have no choice but to recuse myself.
   Ik heb geen andere keuze dan me terug te trekken.
9. They 'll have to recuse themselves, so who?
   Zij zullen zichzelf moeten wraken, dus wie?
10. Your Honor, we ask that you recuse yourself.
    Edelachtbare, we vragen dat u zichzelf terugtrekt.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden