Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: recupereren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerecupereerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik recupereer
jij recupereert
hij recupereert
wij recupereren
jullie recupereren
zij recupereren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerecupereerd
jij hebt gerecupereerd
hij heeft gerecupereerd
wij hebben gerecupereerd
jullie hebben gerecupereerd
zij hebben gerecupereerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik recupereerde
jij recupereerde
hij recupereerde
wij recupereerden
jullie recupereerden
zij recupereerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerecupereerd
jij had gerecupereerd
hij had gerecupereerd
wij hadden gerecupereerd
jullie hadden gerecupereerd
zij hadden gerecupereerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal recupereren
jij zult recupereren
hij zal recupereren
wij zullen recupereren
jullie zullen recupereren
zij zullen recupereren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerecupereerd hebben
jij zult gerecupereerd hebben
hij zal gerecupereerd hebben
wij zullen gerecupereerd hebben
jullie zullen gerecupereerd hebben
zij zullen gerecupereerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou recupereren
jij zou recupereren
hij zou recupereren
wij zouden recupereren
jullie zouden recupereren
zij zouden recupereren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerecupereerd hebben
jij zou gerecupereerd hebben
hij zou gerecupereerd hebben
wij zouden gerecupereerd hebben
jullie zouden gerecupereerd hebben
zij zouden gerecupereerd hebben

Gebiedende wijs
recupereer

Aanvoegende wijs
recuperere

Voorbeelden

  1. Alleen een percent op wat ik recupereer.
    Only one percent of what I recover.
  2. Dat heet recupereren.
    That 's called recoupment.
  3. Laat hem te recupereren.
    Let him recuperate.
  4. We moeten ons verlies recupereren.
    We have to recoup our losses.
  5. Je zou hier nooit recupereren.
    You 'd never recuperate out there.
  6. We kunnen het geld niet recupereren.
    No way to get the money back.
  7. Je lichaam gaat niet zo snel recupereren zoals bij anderen.
    Your body 's not gonna recover as fast as others.
  8. Sta me alsjeblieft toe om je verliezen te recupereren, Sire.
    Please allow me to recoup your losses, Sire.
  9. Ik kon een stuk van zijn afgietsel recupereren dat hij uitspuwde.
    I managed to save some of the impression he spat out.
  10. We voorzagen je van een kamer in ons hotel om te recupereren.
    We 've provided a room at our hotel for you to recuperate.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden