NL: reclameren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gereclameerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik reclameer jij reclameert hij reclameert wij reclameren jullie reclameren zij reclameren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gereclameerd jij hebt gereclameerd hij heeft gereclameerd wij hebben gereclameerd jullie hebben gereclameerd zij hebben gereclameerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik reclameerde jij reclameerde hij reclameerde wij reclameerden jullie reclameerden zij reclameerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gereclameerd jij had gereclameerd hij had gereclameerd wij hadden gereclameerd jullie hadden gereclameerd zij hadden gereclameerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal reclameren jij zult reclameren hij zal reclameren wij zullen reclameren jullie zullen reclameren zij zullen reclameren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gereclameerd hebben jij zult gereclameerd hebben hij zal gereclameerd hebben wij zullen gereclameerd hebben jullie zullen gereclameerd hebben zij zullen gereclameerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou reclameren jij zou reclameren hij zou reclameren wij zouden reclameren jullie zouden reclameren zij zouden reclameren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gereclameerd hebben jij zou gereclameerd hebben hij zou gereclameerd hebben wij zouden gereclameerd hebben jullie zouden gereclameerd hebben zij zouden gereclameerd hebben
|
Gebiedende wijs |
reclameer
|
Aanvoegende wijs |
reclamere |