NL: rechercheren
U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gerechercheerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik rechercheer
jij rechercheert
hij rechercheert
wij rechercheren
jullie rechercheren
zij rechercheren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gerechercheerd
jij hebt gerechercheerd
hij heeft gerechercheerd
wij hebben gerechercheerd
jullie hebben gerechercheerd
zij hebben gerechercheerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik rechercheerde
jij rechercheerde
hij rechercheerde
wij rechercheerden
jullie rechercheerden
zij rechercheerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gerechercheerd
jij had gerechercheerd
hij had gerechercheerd
wij hadden gerechercheerd
jullie hadden gerechercheerd
zij hadden gerechercheerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal rechercheren
jij zult rechercheren
hij zal rechercheren
wij zullen rechercheren
jullie zullen rechercheren
zij zullen rechercheren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gerechercheerd hebben
jij zult gerechercheerd hebben
hij zal gerechercheerd hebben
wij zullen gerechercheerd hebben
jullie zullen gerechercheerd hebben
zij zullen gerechercheerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou rechercheren
jij zou rechercheren
hij zou rechercheren
wij zouden rechercheren
jullie zouden rechercheren
zij zouden rechercheren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gerechercheerd hebben
jij zou gerechercheerd hebben
hij zou gerechercheerd hebben
wij zouden gerechercheerd hebben
jullie zouden gerechercheerd hebben
zij zouden gerechercheerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
rechercheer
|
| Aanvoegende wijs |
| recherchere |
Nederlandse werkwoorden
Duitse werkwoorden
Engelse werkwoorden
Franse werkwoorden
Spaanse werkwoorden