Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: recapituleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerecapituleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik recapituleer
jij recapituleert
hij recapituleert
wij recapituleren
jullie recapituleren
zij recapituleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerecapituleerd
jij hebt gerecapituleerd
hij heeft gerecapituleerd
wij hebben gerecapituleerd
jullie hebben gerecapituleerd
zij hebben gerecapituleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik recapituleerde
jij recapituleerde
hij recapituleerde
wij recapituleerden
jullie recapituleerden
zij recapituleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerecapituleerd
jij had gerecapituleerd
hij had gerecapituleerd
wij hadden gerecapituleerd
jullie hadden gerecapituleerd
zij hadden gerecapituleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal recapituleren
jij zult recapituleren
hij zal recapituleren
wij zullen recapituleren
jullie zullen recapituleren
zij zullen recapituleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerecapituleerd hebben
jij zult gerecapituleerd hebben
hij zal gerecapituleerd hebben
wij zullen gerecapituleerd hebben
jullie zullen gerecapituleerd hebben
zij zullen gerecapituleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou recapituleren
jij zou recapituleren
hij zou recapituleren
wij zouden recapituleren
jullie zouden recapituleren
zij zouden recapituleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerecapituleerd hebben
jij zou gerecapituleerd hebben
hij zou gerecapituleerd hebben
wij zouden gerecapituleerd hebben
jullie zouden gerecapituleerd hebben
zij zouden gerecapituleerd hebben

Gebiedende wijs
recapituleer

Aanvoegende wijs
recapitulere

Voorbeelden

  1. Even recapituleren.
    Need to rewind a bit.
  2. Ok? , even recapituleren.
    Okay, let 's back up a second.
  3. Ik zal het niet recapituleren.
    I won 't go back over it all again.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden