Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rebelleren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerebelleerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rebelleer
jij rebelleert
hij rebelleert
wij rebelleren
jullie rebelleren
zij rebelleren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerebelleerd
jij hebt gerebelleerd
hij heeft gerebelleerd
wij hebben gerebelleerd
jullie hebben gerebelleerd
zij hebben gerebelleerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rebelleerde
jij rebelleerde
hij rebelleerde
wij rebelleerden
jullie rebelleerden
zij rebelleerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerebelleerd
jij had gerebelleerd
hij had gerebelleerd
wij hadden gerebelleerd
jullie hadden gerebelleerd
zij hadden gerebelleerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rebelleren
jij zult rebelleren
hij zal rebelleren
wij zullen rebelleren
jullie zullen rebelleren
zij zullen rebelleren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerebelleerd hebben
jij zult gerebelleerd hebben
hij zal gerebelleerd hebben
wij zullen gerebelleerd hebben
jullie zullen gerebelleerd hebben
zij zullen gerebelleerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rebelleren
jij zou rebelleren
hij zou rebelleren
wij zouden rebelleren
jullie zouden rebelleren
zij zouden rebelleren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerebelleerd hebben
jij zou gerebelleerd hebben
hij zou gerebelleerd hebben
wij zouden gerebelleerd hebben
jullie zouden gerebelleerd hebben
zij zouden gerebelleerd hebben

Gebiedende wijs
rebelleer

Aanvoegende wijs
rebellere

Voorbeelden

  1. Ik rebelleer tegen niets of niemand.
    ... against the way things are? I 'm not rebelling.
  2. Prima, rebelleer zo hard als je kunt.
    Fine, rebel as hard as you can.
  3. Ik rebelleer hier al 30 jaar tegen.
    I 've rebelled against this for the last 30 years.
  4. Ze hadden kunnen rebelleren.
    They could have rebelled.
  5. Deze slaven zullen niet rebelleren.
    There will be no rebellion from this slaves.
  6. Dat is wanneer slaven rebelleren.
    It 's when slaves rebel.
  7. Het volk zal overal rebelleren.
    People will rebel everywhere
  8. Ze rebelleren misschien niet openlijk.
    They may not break out into open rebellion.
  9. Rebelleren kan, maar dit is ernstig.
    I mean, acting out is one thing,
  10. Ik ben te oud om te rebelleren.
    I 'm too old to become a revolutionary.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden