Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: realiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerealiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik realiseer
jij realiseert
hij realiseert
wij realiseren
jullie realiseren
zij realiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerealiseerd
jij hebt gerealiseerd
hij heeft gerealiseerd
wij hebben gerealiseerd
jullie hebben gerealiseerd
zij hebben gerealiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik realiseerde
jij realiseerde
hij realiseerde
wij realiseerden
jullie realiseerden
zij realiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerealiseerd
jij had gerealiseerd
hij had gerealiseerd
wij hadden gerealiseerd
jullie hadden gerealiseerd
zij hadden gerealiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal realiseren
jij zult realiseren
hij zal realiseren
wij zullen realiseren
jullie zullen realiseren
zij zullen realiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerealiseerd hebben
jij zult gerealiseerd hebben
hij zal gerealiseerd hebben
wij zullen gerealiseerd hebben
jullie zullen gerealiseerd hebben
zij zullen gerealiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou realiseren
jij zou realiseren
hij zou realiseren
wij zouden realiseren
jullie zouden realiseren
zij zouden realiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerealiseerd hebben
jij zou gerealiseerd hebben
hij zou gerealiseerd hebben
wij zouden gerealiseerd hebben
jullie zouden gerealiseerd hebben
zij zouden gerealiseerd hebben

Gebiedende wijs
realiseer

Aanvoegende wijs
realisere

Voorbeelden

  1. Realiseer de waarheid.
    Realize the truth.
  2. Realiseer je, Alex.
    Now face it, Alex.
  3. Realiseer je dat?
    Do you realize that?
  4. Realiseer visueel contact.
    Establish visual contact.
  5. Realiseer jij je...
    Do you realize...
  6. Ik realiseer me nu
    I realize now that...
  7. Realiseer jij je dat?
    You do realie that?
  8. Ik realiseer me net...
    I just realized...
  9. Maar realiseer je maar...
    But let 's face it...
  10. Realiseer je je dat?
    Did you realize that?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden