Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: raven
EN: to raven    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
ravening

Present simple (ott)
I raven
you raven
he ravens
we raven
you raven
they raven

Present perfect (vtt)
I have ravened
you have ravened
he has ravened
we have ravened
you have ravened
they have ravened

Past Simple (ovt)
I ravened
you ravened
he ravened
we ravened
you ravened
they ravened

Past perfect (vvt)
I had ravened
you had ravened
he had ravened
we had ravened
you had ravened
they had ravened

Present future (ottt)
I will raven
you will raven
he will raven
we will raven
you will raven
they will raven

Present future perfect (vttt)
I will have ravened
you will have ravened
he will have ravened
we will have ravened
you will have ravened
they will have ravened

Past future (ovtt)
I would raven
you would raven
he would raven
we would raven
you would raven
they would raven

Past future perfect (vvtt)
I would have ravened
you would have ravened
he would have ravened
we would have ravened
you would have ravened
they would have ravened


Voorbeelden

  1. Raven
    Raaf
  2. Raven Leader to Raven 6.
    Raven-1 aan Raven-6.
  3. What happened, Raven?
    Raven, wat is er gebeurd?
  4. I underestimated Raven.
    Ik heb Raven onderschat.
  5. Raven 's escaped.
    Raven is ontsnapt.
  6. Brown-necked Raven
    Bruinnekraaf
  7. Raven, release me.
    Raven, laat me gaan!
  8. Bottled by Raven.
    Gebotteld door Raven.
  9. They had Raven-Symoné.
    Ze hadden Raven-Symoné.
  10. Why is a raven...?
    Waarom is een raaf...?


NL: raven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geraved

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rave
jij ravet
hij ravet
wij raven
jullie raven
zij raven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geraved
jij hebt geraved
hij heeft geraved
wij hebben geraved
jullie hebben geraved
zij hebben geraved

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ravede
jij ravede
hij ravede
wij raveden
jullie raveden
zij raveden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geraved
jij had geraved
hij had geraved
wij hadden geraved
jullie hadden geraved
zij hadden geraved

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal raven
jij zult raven
hij zal raven
wij zullen raven
jullie zullen raven
zij zullen raven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geraved hebben
jij zult geraved hebben
hij zal geraved hebben
wij zullen geraved hebben
jullie zullen geraved hebben
zij zullen geraved hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou raven
jij zou raven
hij zou raven
wij zouden raven
jullie zouden raven
zij zouden raven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geraved hebben
jij zou geraved hebben
hij zou geraved hebben
wij zouden geraved hebben
jullie zouden geraved hebben
zij zouden geraved hebben

Gebiedende wijs
rave

Aanvoegende wijs
rave

Voorbeelden

  1. Klinkt als een rave.
    Sounds like a rave.
  2. Een rave in Capeside?
    A rave in Capeside?
  3. Er is een rave vanavond.
    There 's a rave tonight.
  4. We hadden onze eigen rave.
    We had our own rave.
  5. Ken je de Rave Club?
    Do you know the Rave Club?
  6. Ik wil naar een rave.
    I want to go to a rave.
  7. Ik kan niet naar een rave toe.
    I can 't go to a rave.
  8. Ik ben onder gespuugd op een rave.
    It got puked on at a rave.
  9. Junkie die werd gedood in de Rave Club.
    Junkie who got killed at the Rave Club.
  10. Je moet rant en rave en schreeuwen tegen mensen!
    You gotta rant and rave and yell at people!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden