Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to rationalize    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
rationalizing

Present simple (ott)
I rationalize
you rationalize
he rationalizes
we rationalize
you rationalize
they rationalize

Present perfect (vtt)
I have rationalized
you have rationalized
he has rationalized
we have rationalized
you have rationalized
they have rationalized

Past Simple (ovt)
I rationalized
you rationalized
he rationalized
we rationalized
you rationalized
they rationalized

Past perfect (vvt)
I had rationalized
you had rationalized
he had rationalized
we had rationalized
you had rationalized
they had rationalized

Present future (ottt)
I will rationalize
you will rationalize
he will rationalize
we will rationalize
you will rationalize
they will rationalize

Present future perfect (vttt)
I will have rationalized
you will have rationalized
he will have rationalized
we will have rationalized
you will have rationalized
they will have rationalized

Past future (ovtt)
I would rationalize
you would rationalize
he would rationalize
we would rationalize
you would rationalize
they would rationalize

Past future perfect (vvtt)
I would have rationalized
you would have rationalized
he would have rationalized
we would have rationalized
you would have rationalized
they would have rationalized


Voorbeelden

  1. You can 't rationalize it, Doctor.
    Dit valt niet te rationaliseren, dokter.
  2. How neatly you rationalize your capabilities.
    Zo netjes gerationaliseerd.
  3. How do you rationalize killing them?
    Hoe kun je hem dan vermoorden?
  4. That 's how you guys rationalize it?
    Rationaliseren jullie het zo?
  5. You can 't just rationalize this away.
    Je kunt dit niet goedpraten.
  6. You rationalize that you 're getting something back.
    Je bedacht dat je iets terug kreeg.
  7. So go right ahead, rationalize all you want.
    Dus je doet je best maar. Praat het goed zoveel je wilt.
  8. God, I wish I could rationalize that one.
    God, ik wou dat ik die kon rationaliseren.
  9. You want to know how I rationalize it?
    Wil je weten hoe ik dit rationaliseer?
  10. You can 't even begin to- - to rationalize it.
    Ik kan het niet rationaliseren.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden