Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ratelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerateld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ratel
jij ratelt
hij ratelt
wij ratelen
jullie ratelen
zij ratelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerateld
jij hebt gerateld
hij heeft gerateld
wij hebben gerateld
jullie hebben gerateld
zij hebben gerateld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ratelde
jij ratelde
hij ratelde
wij ratelden
jullie ratelden
zij ratelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerateld
jij had gerateld
hij had gerateld
wij hadden gerateld
jullie hadden gerateld
zij hadden gerateld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ratelen
jij zult ratelen
hij zal ratelen
wij zullen ratelen
jullie zullen ratelen
zij zullen ratelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerateld hebben
jij zult gerateld hebben
hij zal gerateld hebben
wij zullen gerateld hebben
jullie zullen gerateld hebben
zij zullen gerateld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ratelen
jij zou ratelen
hij zou ratelen
wij zouden ratelen
jullie zouden ratelen
zij zouden ratelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerateld hebben
jij zou gerateld hebben
hij zou gerateld hebben
wij zouden gerateld hebben
jullie zouden gerateld hebben
zij zouden gerateld hebben

Gebiedende wijs
ratel

Aanvoegende wijs
ratele

Voorbeelden

  1. Ik ratel maar door.
    I don 't know why I go on.
  2. Soms ratel je de hele dag.
    Sometimes you chatter all day.
  3. Dat is ratel van de dood.
    That 's a death rattle.
  4. En dat alles om een ratel!
    And all because of a rattle!
  5. Dus waarom ratel ik steeds verder door.
    So why am I going on and on about this? What was my point here?
  6. Ik ratel nu ook. Het spijt me.
    I am rambling now. I 'm sorry.
  7. Ratel je altijd zo voor het neuken?
    Do you always talk this much before?
  8. Alleen ratel ik nu niet als een idioot.
    Only I 'm not babbling like an idiot.
  9. Ze veranderde van gedacht en daar is haar ratel.
    Its changed its mind and theres its rattle.
  10. Wind je niet zo op om een oude ratel.
    Don 't get so upset about an old rattle.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden