Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: randen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerand

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rand
jij randt
hij randt
wij randen
jullie randen
zij randen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik ben gerand
jij bent gerand
hij is gerand
wij zijn gerand
jullie zijn gerand
zij zijn gerand

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik randde
jij randde
hij randde
wij randden
jullie randden
zij randden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik was gerand
jij was gerand
hij was gerand
wij waren gerand
jullie waren gerand
zij waren gerand

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal randen
jij zult randen
hij zal randen
wij zullen randen
jullie zullen randen
zij zullen randen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerand zijn
jij zult gerand zijn
hij zal gerand zijn
wij zullen gerand zijn
jullie zullen gerand zijn
zij zullen gerand zijn

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou randen
jij zou randen
hij zou randen
wij zouden randen
jullie zouden randen
zij zouden randen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerand zijn
jij zou gerand zijn
hij zou gerand zijn
wij zouden gerand zijn
jullie zouden gerand zijn
zij zouden gerand zijn

Gebiedende wijs
rand

Aanvoegende wijs
rande

Voorbeelden

  1. Rand
    Border
  2. schuine rand
    bevelled edges
  3. getande rand
    toothing
  4. Rechte rand
    Straight edge
  5. Binnenste rand
    Inner border
  6. rand (anatomie)
    border
  7. Smalle rand
    Narrow border
  8. rand (anatomie)
    periphery
  9. Professor Rand verlamd.
    Professor Rand paralyzed.
  10. Rand, je sjaal. . .
    Rand, your scarf.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden