Voorbeelden

1. Rampart 's quiet right now.
   Rampart is rustig nu.
2. That was a buddy from Rampart.
   Dat was een vriend uit Rampart.
3. Just meet me at Rampart and Broadway.
   Kom naar Rampart en Broadway.
4. A ditch with a rampart would work.
   Een greppel met een bolwerk erachter.
5. I 'm also borrowing backup from Rampart.
   En ik heb back-up geregeld bij Rampart.
6. No... it rampart will be this way.
   Nee... het zal wal zo zijn.
7. He used to keep a place... 1917 rampart.
   Hij had altijd een perceel... 1917 rampart.
8. There 's an infirmary under the north rampart.
   Er is een ziekenzaal onder het Noordelijk bolwerk.
9. Rampart at 6th Street. Unit handling it, identify.
   Rampart op 6th Street, de eenheid die reageert, identificeer.
10. Gunn showed up in the Rampart drunk tank.
    Gunn kwam in de dronkenmanscel terecht in Rampart.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden