Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: rammelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gerammeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik rammel
jij rammelt
hij rammelt
wij rammelen
jullie rammelen
zij rammelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gerammeld
jij hebt gerammeld
hij heeft gerammeld
wij hebben gerammeld
jullie hebben gerammeld
zij hebben gerammeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik rammelde
jij rammelde
hij rammelde
wij rammelden
jullie rammelden
zij rammelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gerammeld
jij had gerammeld
hij had gerammeld
wij hadden gerammeld
jullie hadden gerammeld
zij hadden gerammeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal rammelen
jij zult rammelen
hij zal rammelen
wij zullen rammelen
jullie zullen rammelen
zij zullen rammelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gerammeld hebben
jij zult gerammeld hebben
hij zal gerammeld hebben
wij zullen gerammeld hebben
jullie zullen gerammeld hebben
zij zullen gerammeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou rammelen
jij zou rammelen
hij zou rammelen
wij zouden rammelen
jullie zouden rammelen
zij zouden rammelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gerammeld hebben
jij zou gerammeld hebben
hij zou gerammeld hebben
wij zouden gerammeld hebben
jullie zouden gerammeld hebben
zij zouden gerammeld hebben

Gebiedende wijs
rammel

Aanvoegende wijs
rammele

Voorbeelden

  1. Ik rammel, dus...
    I 'm starving, so...
  2. Zeker, ik rammel.
    Yeah, I 'm starving.
  3. Heerlijk, ik rammel.
    Great. I 'm starving.
  4. Ik rammel, maar...
    I 'm starving, but...
  5. Walter, ik rammel.
    I 'm dying of hunger, Walter.
  6. Tempo, Willie. Ik rammel.
    Chop-chop, Willie, I 'm starving.
  7. Het gaat. Ik rammel.
    I 'm starving, though!
  8. Ik rammel je ongenadig af.
    You 'll get a tanning you won 't forget!
  9. Ik rammel van de honger.
    I got a rumble in the jungle.
  10. Ik rammel, geef die alvast.
    I 'm starving. Gimme those.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden