Voorbeelden

1. It really helps quench my thirst.
   Dat is echt een dorstlesser.
2. Got anything to quench my thirst?
   Heb je iets om mijn dorst te lessen?
3. They tend to quench and form glass.
   Het koelt af en vormt glas.
4. Quench any hint of scandal between us.
   Vermijd elk spoor van een schandaal tussen ons.
5. You plan to quench the desert fire.
   Je plant het vuur van de woestijn te doven.
6. Or... I will make your flesh... quench my blade.
   Of... ik laat jouw vlees... mijn lemmet afkoelen.
7. Ah object of affection To quench your royal fire
   Haar affectie zal uw koninklijk vuur blussen.
8. There 's enough arcana here to quench even my thirst for knowledge.
   Er zijn hier genoeg werken om zelfs mijn honger naar kennis te stillen.
9. The latter, like the Franks wants to quench his thirst with sand.
   Het laatste, zoals de Franken wil hij zijn dorst lessen met zand.
10. If you don 't feel desire, you could at least try to quench mine!
    Je moet Geen plezier hebben, enkel geven.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden