Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: puzzelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepuzzeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik puzzel
jij puzzelt
hij puzzelt
wij puzzelen
jullie puzzelen
zij puzzelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepuzzeld
jij hebt gepuzzeld
hij heeft gepuzzeld
wij hebben gepuzzeld
jullie hebben gepuzzeld
zij hebben gepuzzeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik puzzelde
jij puzzelde
hij puzzelde
wij puzzelden
jullie puzzelden
zij puzzelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepuzzeld
jij had gepuzzeld
hij had gepuzzeld
wij hadden gepuzzeld
jullie hadden gepuzzeld
zij hadden gepuzzeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal puzzelen
jij zult puzzelen
hij zal puzzelen
wij zullen puzzelen
jullie zullen puzzelen
zij zullen puzzelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepuzzeld hebben
jij zult gepuzzeld hebben
hij zal gepuzzeld hebben
wij zullen gepuzzeld hebben
jullie zullen gepuzzeld hebben
zij zullen gepuzzeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou puzzelen
jij zou puzzelen
hij zou puzzelen
wij zouden puzzelen
jullie zouden puzzelen
zij zouden puzzelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepuzzeld hebben
jij zou gepuzzeld hebben
hij zou gepuzzeld hebben
wij zouden gepuzzeld hebben
jullie zouden gepuzzeld hebben
zij zouden gepuzzeld hebben

Gebiedende wijs
puzzel

Aanvoegende wijs
puzzele

Voorbeelden

  1. Die puzzel afmaken?
    Finish that puzzle?
  2. Een fascinerende puzzel.
    A fascinating puzzle.
  3. Supergave puzzel hierzo.
    Super-cute puzzle over here.
  4. Een Venetiaanse puzzel.
    It 's a Venetian puzzle box.
  5. Een soort puzzel.
    A bit of a puzzle.
  6. Net een puzzel. Juist.
    Kind of like a puzzle, right?
  7. Een complexe chemische puzzel.
    She 's a complex chemical puzzle.
  8. U doet een puzzel.
    You 're doing a jigsaw puzzle.
  9. Een klassieke puzzel misleiding.
    Classic puzzle misdirect.
  10. Wat is de puzzel?
    What is the puzzle?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden