Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pushen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepusht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik push
jij pusht
hij pusht
wij pushen
jullie pushen
zij pushen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepusht
jij hebt gepusht
hij heeft gepusht
wij hebben gepusht
jullie hebben gepusht
zij hebben gepusht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pushte
jij pushte
hij pushte
wij pushten
jullie pushten
zij pushten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepusht
jij had gepusht
hij had gepusht
wij hadden gepusht
jullie hadden gepusht
zij hadden gepusht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pushen
jij zult pushen
hij zal pushen
wij zullen pushen
jullie zullen pushen
zij zullen pushen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepusht hebben
jij zult gepusht hebben
hij zal gepusht hebben
wij zullen gepusht hebben
jullie zullen gepusht hebben
zij zullen gepusht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pushen
jij zou pushen
hij zou pushen
wij zouden pushen
jullie zouden pushen
zij zouden pushen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepusht hebben
jij zou gepusht hebben
hij zou gepusht hebben
wij zouden gepusht hebben
jullie zouden gepusht hebben
zij zouden gepusht hebben

Gebiedende wijs
push

Aanvoegende wijs
pushe

Voorbeelden

  1. Push, push, push, push, push, push, push, nooit opgeven tot je de waarheid hebt.
    Push, push, push, push, push, push, push, never give up until you get to the truth.
  2. Don' t push, they won' t push back.
    Don 't push, they won 't push back.
  3. Honderd push-ups!
    A hundred push ups.
  4. En Push ook niet.
    And neither did Push.
  5. * Now push it * * Ah... *
    * * Now push it * * Ah... *
  6. Push me niet, slijmerige.
    Don 't push me, slime.
  7. Wat doe je, Push?
    What are you doing, Push?
  8. Tijd voor push-ups.
    Time for push-ups!
  9. Veel push-ups voor niets.
    Lot of push ups for nothing.
  10. Deed je je push-ups?
    Did you do your push-ups?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden