Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: purgeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepurgeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik purgeer
jij purgeert
hij purgeert
wij purgeren
jullie purgeren
zij purgeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepurgeerd
jij hebt gepurgeerd
hij heeft gepurgeerd
wij hebben gepurgeerd
jullie hebben gepurgeerd
zij hebben gepurgeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik purgeerde
jij purgeerde
hij purgeerde
wij purgeerden
jullie purgeerden
zij purgeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepurgeerd
jij had gepurgeerd
hij had gepurgeerd
wij hadden gepurgeerd
jullie hadden gepurgeerd
zij hadden gepurgeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal purgeren
jij zult purgeren
hij zal purgeren
wij zullen purgeren
jullie zullen purgeren
zij zullen purgeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepurgeerd hebben
jij zult gepurgeerd hebben
hij zal gepurgeerd hebben
wij zullen gepurgeerd hebben
jullie zullen gepurgeerd hebben
zij zullen gepurgeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou purgeren
jij zou purgeren
hij zou purgeren
wij zouden purgeren
jullie zouden purgeren
zij zouden purgeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepurgeerd hebben
jij zou gepurgeerd hebben
hij zou gepurgeerd hebben
wij zouden gepurgeerd hebben
jullie zouden gepurgeerd hebben
zij zouden gepurgeerd hebben

Gebiedende wijs
purgeer

Aanvoegende wijs
purgere

Voorbeelden

  1. Weet je, je mensen echt nodig hebt om te purgeren.
    You know, you people really need to purge.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden