Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: punteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepunterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik punter
jij puntert
hij puntert
wij punteren
jullie punteren
zij punteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepunterd
jij hebt gepunterd
hij heeft gepunterd
wij hebben gepunterd
jullie hebben gepunterd
zij hebben gepunterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik punterde
jij punterde
hij punterde
wij punterden
jullie punterden
zij punterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepunterd
jij had gepunterd
hij had gepunterd
wij hadden gepunterd
jullie hadden gepunterd
zij hadden gepunterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal punteren
jij zult punteren
hij zal punteren
wij zullen punteren
jullie zullen punteren
zij zullen punteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepunterd hebben
jij zult gepunterd hebben
hij zal gepunterd hebben
wij zullen gepunterd hebben
jullie zullen gepunterd hebben
zij zullen gepunterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou punteren
jij zou punteren
hij zou punteren
wij zouden punteren
jullie zouden punteren
zij zouden punteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepunterd hebben
jij zou gepunterd hebben
hij zou gepunterd hebben
wij zouden gepunterd hebben
jullie zouden gepunterd hebben
zij zouden gepunterd hebben

Gebiedende wijs
punter

Aanvoegende wijs
puntere

Voorbeelden

  1. Gaat voor een drie-punter.
    Launches a 20-footer.
  2. Net een drie-goal-punter.
    Sounds like a hat trick to me.
  3. Er was een punter weg.
    One of the punts was gone.
  4. Punter komt, bestelt een ongebruikelijke drankje.
    Punter comes in, orders an unusual drink.
  5. Jij was de punter, nummer zes?
    You were the punter, number six?
  6. Seatle selecteert Nathan Coder, punter, Illinois State University.
    Seattle selects Nathan Coder, punter, Illinois State University.
  7. punteren bouwterm
    stipple
  8. Verleden jaar kan ik geen 3-punter maken 3 wedstrijden na elkaar.
    Last year I couldn 't hit an outside shot for three straight games.
  9. 76-74, de enige worp die we mogen doen is een... 3-punter.
    76-74, so the only shot we can think about taking is a - 3 - pointer.
  10. Ik dacht al dat iets dood rook, wat is dat, een acht punter?
    I thought I smelled death-a-diddly. What is that, an eight-pointer?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden