Voorbeelden

1. Pump, pump, pump!
   Pomp, pomp, pomp!
2. Pump weiter, Baby.
   Blijf duwen, schat.
3. Dann pump den Hinterreifen auf.
   Pomp de achterste band op.
4. Nein, wir haben keinen Pump, der sich anfühlt wie ein Turnschuh.
   Nee, meneer, we hebben geen pump die aanvoelt als een sportschoen.
5. Und wenn du mal angeben willst, dann pump ich dir meinen!
   En als je ooit op wilt scheppen, dan leen ik je de mijne wel.
6. Lass sie eine halbe Stunde schreien, dann pump sie mit Pentothal voll.
   Laat haar maar een half uur tekeergaan, en geef haar dan Pentothal.
7. Genehmigen Sie sich eine edle Tasse Tee mit Orchesterbegleitung in den eleganten Pump Rooms
   Drink een superdeftig bakkie begeleid door de muziek van een orkest in de elegante Pump Rooms
8. Sichert die Pumpen.
   Sluit de pompen af.
9. Schließe Treibstoffventile und - pumpen.
   Brandstofventielen en - pompen sluiten.
10. Die Pumpen sind bereit.
    De pompen zijn in orde.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden