Voorbeelden

1. Das Pulsieren in einer Zeitmaschine.
   Het kloppen in een tijdmachine.
2. Spürt sein Blut pulsieren, spürt es.
   Z' n bloed... Jaagt. Voel je dat?
3. Dieses Pulsieren hat mich verrückt gemacht.
   Dat schrille geluid werd mij te veel.
4. Ihre Adern pulsieren wie ein merkwürdiges Unterwasser-Lebewesen.
   Je slapen pulseren als een vreemd zeemonster.
5. Sekunden pulsieren wie ein Uhrwerk in meiner Brust.
   De seconden tikken weg in m' n borstkas.
6. Es ist wie ein elektromagnetisches Pulsieren in meinem Arschlochbereich.
   Het is een soort elektromagnetische pulsering in m' n kontgat.
7. Da war dieses intensive Pulsieren, als wäre mein Herz in meinem Kopf.
   Er was een intense hartslag, alsof mijn hart in mijn hoofd zat.
8. Wenn er ganz tief in dir ist und sich ergießt und das Pulsieren beginnt.
   Als hij diep in je komt en zichzelf in je leegstort en dat trillen begint...

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden