Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: puddlen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepuddled

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik puddle
jij puddlet
hij puddlet
wij puddlen
jullie puddlen
zij puddlen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepuddled
jij hebt gepuddled
hij heeft gepuddled
wij hebben gepuddled
jullie hebben gepuddled
zij hebben gepuddled

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik puddlede
jij puddlede
hij puddlede
wij puddleden
jullie puddleden
zij puddleden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepuddled
jij had gepuddled
hij had gepuddled
wij hadden gepuddled
jullie hadden gepuddled
zij hadden gepuddled

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal puddlen
jij zult puddlen
hij zal puddlen
wij zullen puddlen
jullie zullen puddlen
zij zullen puddlen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepuddled hebben
jij zult gepuddled hebben
hij zal gepuddled hebben
wij zullen gepuddled hebben
jullie zullen gepuddled hebben
zij zullen gepuddled hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou puddlen
jij zou puddlen
hij zou puddlen
wij zouden puddlen
jullie zouden puddlen
zij zouden puddlen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepuddled hebben
jij zou gepuddled hebben
hij zou gepuddled hebben
wij zouden gepuddled hebben
jullie zouden gepuddled hebben
zij zouden gepuddled hebben

Gebiedende wijs
puddle

Aanvoegende wijs
puddle

Voorbeelden

  1. Met een Puddle Jumper.
    A ride on a Puddle Jumper.
  2. Waar is de Puddle Jumper?
    The Puddle Jumper is where?
  3. Mary Puddle is bij hen voor het plezier.
    Mary Puddle is with them for fun.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden