Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: provianderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geproviandeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik proviandeer
jij proviandeert
hij proviandeert
wij provianderen
jullie provianderen
zij provianderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geproviandeerd
jij hebt geproviandeerd
hij heeft geproviandeerd
wij hebben geproviandeerd
jullie hebben geproviandeerd
zij hebben geproviandeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik proviandeerde
jij proviandeerde
hij proviandeerde
wij proviandeerden
jullie proviandeerden
zij proviandeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geproviandeerd
jij had geproviandeerd
hij had geproviandeerd
wij hadden geproviandeerd
jullie hadden geproviandeerd
zij hadden geproviandeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal provianderen
jij zult provianderen
hij zal provianderen
wij zullen provianderen
jullie zullen provianderen
zij zullen provianderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geproviandeerd hebben
jij zult geproviandeerd hebben
hij zal geproviandeerd hebben
wij zullen geproviandeerd hebben
jullie zullen geproviandeerd hebben
zij zullen geproviandeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou provianderen
jij zou provianderen
hij zou provianderen
wij zouden provianderen
jullie zouden provianderen
zij zouden provianderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geproviandeerd hebben
jij zou geproviandeerd hebben
hij zou geproviandeerd hebben
wij zouden geproviandeerd hebben
jullie zouden geproviandeerd hebben
zij zouden geproviandeerd hebben

Gebiedende wijs
proviandeer

Aanvoegende wijs
proviandere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden