NL: protegeren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geprotegeerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik protegeer jij protegeert hij protegeert wij protegeren jullie protegeren zij protegeren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geprotegeerd jij hebt geprotegeerd hij heeft geprotegeerd wij hebben geprotegeerd jullie hebben geprotegeerd zij hebben geprotegeerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik protegeerde jij protegeerde hij protegeerde wij protegeerden jullie protegeerden zij protegeerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geprotegeerd jij had geprotegeerd hij had geprotegeerd wij hadden geprotegeerd jullie hadden geprotegeerd zij hadden geprotegeerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal protegeren jij zult protegeren hij zal protegeren wij zullen protegeren jullie zullen protegeren zij zullen protegeren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geprotegeerd hebben jij zult geprotegeerd hebben hij zal geprotegeerd hebben wij zullen geprotegeerd hebben jullie zullen geprotegeerd hebben zij zullen geprotegeerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou protegeren jij zou protegeren hij zou protegeren wij zouden protegeren jullie zouden protegeren zij zouden protegeren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geprotegeerd hebben jij zou geprotegeerd hebben hij zou geprotegeerd hebben wij zouden geprotegeerd hebben jullie zouden geprotegeerd hebben zij zouden geprotegeerd hebben
|
Gebiedende wijs |
protegeer
|
Aanvoegende wijs |
protegere |