Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: proppen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepropt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik prop
jij propt
hij propt
wij proppen
jullie proppen
zij proppen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepropt
jij hebt gepropt
hij heeft gepropt
wij hebben gepropt
jullie hebben gepropt
zij hebben gepropt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik propte
jij propte
hij propte
wij propten
jullie propten
zij propten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepropt
jij had gepropt
hij had gepropt
wij hadden gepropt
jullie hadden gepropt
zij hadden gepropt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal proppen
jij zult proppen
hij zal proppen
wij zullen proppen
jullie zullen proppen
zij zullen proppen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepropt hebben
jij zult gepropt hebben
hij zal gepropt hebben
wij zullen gepropt hebben
jullie zullen gepropt hebben
zij zullen gepropt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou proppen
jij zou proppen
hij zou proppen
wij zouden proppen
jullie zouden proppen
zij zouden proppen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepropt hebben
jij zou gepropt hebben
hij zou gepropt hebben
wij zouden gepropt hebben
jullie zouden gepropt hebben
zij zouden gepropt hebben

Gebiedende wijs
prop

Aanvoegende wijs
proppe

Voorbeelden

  1. Cholesterol prop?
    Cholesterol emboli? Bingo.
  2. Keith Chappy, prop.
    Kieth Chappy, prop.
  3. Hier, prop deze erin!
    Here, stuff this!
  4. Zijn prop is opgelost.
    His clot dissolved.
  5. Prop een Snickers naar binnen.
    Shove a Snickers down her throat.
  6. Prop me met een haarbal.
    Gag me with a fur ball.
  7. Prop hem niet zo vol.
    Don 't force him that way.
  8. Prop het in de ansjovismond.
    Stuff it into the anchovy 's mouth.
  9. Prop er een sok in.
    Would you cram a sock in it?
  10. Prop jezelf in een uniform.
    Stuff yourself into a uniform.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden