1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. prompt

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to prompt    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
prompting

Present simple (ott)
I prompt
you prompt
he prompts
we prompt
you prompt
they prompt

Present perfect (vtt)
I have prompted
you have prompted
he has prompted
we have prompted
you have prompted
they have prompted

Past Simple (ovt)
I prompted
you prompted
he prompted
we prompted
you prompted
they prompted

Past perfect (vvt)
I had prompted
you had prompted
he had prompted
we had prompted
you had prompted
they had prompted

Present future (ottt)
I will prompt
you will prompt
he will prompt
we will prompt
you will prompt
they will prompt

Present future perfect (vttt)
I will have prompted
you will have prompted
he will have prompted
we will have prompted
you will have prompted
they will have prompted

Past future (ovtt)
I would prompt
you would prompt
he would prompt
we would prompt
you would prompt
they would prompt

Past future perfect (vvtt)
I would have prompted
you would have prompted
he would have prompted
we would have prompted
you would have prompted
they would have prompted


Voorbeelden

  1. Prompt, polite, hard worker.
    Snel, beleefd. Harde werker.
  2. They 're always prompt?
    Zijn ze altijd op tijd?
  3. He must be prompt.
    Dat hij stipt moet zijn.
  4. pay your supplier prompt.
    betaal je leverancier vlot.
  5. We 're rather prompt.
    We zijn nogal snel.
  6. Nice and prompt, Harry.
    Mooi op tijd, Harry.
  7. I appreciate your prompt response.
    Fijn dat u zo snel kon komen.
  8. I 've got a prompt.
    Ik heb een scherm.
  9. We 'll give you prompt answers.
    Die kunnen we beantwoorden.
  10. No. She was always very prompt.
    Nee, ze was altijd erg stipt.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try