NL: proletariseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geproletariseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik proletariseer jij proletariseert hij proletariseert wij proletariseren jullie proletariseren zij proletariseren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geproletariseerd jij hebt geproletariseerd hij heeft geproletariseerd wij hebben geproletariseerd jullie hebben geproletariseerd zij hebben geproletariseerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik proletariseerde jij proletariseerde hij proletariseerde wij proletariseerden jullie proletariseerden zij proletariseerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geproletariseerd jij had geproletariseerd hij had geproletariseerd wij hadden geproletariseerd jullie hadden geproletariseerd zij hadden geproletariseerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal proletariseren jij zult proletariseren hij zal proletariseren wij zullen proletariseren jullie zullen proletariseren zij zullen proletariseren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geproletariseerd hebben jij zult geproletariseerd hebben hij zal geproletariseerd hebben wij zullen geproletariseerd hebben jullie zullen geproletariseerd hebben zij zullen geproletariseerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou proletariseren jij zou proletariseren hij zou proletariseren wij zouden proletariseren jullie zouden proletariseren zij zouden proletariseren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geproletariseerd hebben jij zou geproletariseerd hebben hij zou geproletariseerd hebben wij zouden geproletariseerd hebben jullie zouden geproletariseerd hebben zij zouden geproletariseerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
proletariseer
|
| Aanvoegende wijs |
| proletarisere |