NL: profileren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geprofileerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik profileer jij profileert hij profileert wij profileren jullie profileren zij profileren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geprofileerd jij hebt geprofileerd hij heeft geprofileerd wij hebben geprofileerd jullie hebben geprofileerd zij hebben geprofileerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik profileerde jij profileerde hij profileerde wij profileerden jullie profileerden zij profileerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geprofileerd jij had geprofileerd hij had geprofileerd wij hadden geprofileerd jullie hadden geprofileerd zij hadden geprofileerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal profileren jij zult profileren hij zal profileren wij zullen profileren jullie zullen profileren zij zullen profileren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geprofileerd hebben jij zult geprofileerd hebben hij zal geprofileerd hebben wij zullen geprofileerd hebben jullie zullen geprofileerd hebben zij zullen geprofileerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou profileren jij zou profileren hij zou profileren wij zouden profileren jullie zouden profileren zij zouden profileren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geprofileerd hebben jij zou geprofileerd hebben hij zou geprofileerd hebben wij zouden geprofileerd hebben jullie zouden geprofileerd hebben zij zouden geprofileerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
profileer
|
| Aanvoegende wijs |
| profilere |