Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: profileren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geprofileerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik profileer
jij profileert
hij profileert
wij profileren
jullie profileren
zij profileren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geprofileerd
jij hebt geprofileerd
hij heeft geprofileerd
wij hebben geprofileerd
jullie hebben geprofileerd
zij hebben geprofileerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik profileerde
jij profileerde
hij profileerde
wij profileerden
jullie profileerden
zij profileerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geprofileerd
jij had geprofileerd
hij had geprofileerd
wij hadden geprofileerd
jullie hadden geprofileerd
zij hadden geprofileerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal profileren
jij zult profileren
hij zal profileren
wij zullen profileren
jullie zullen profileren
zij zullen profileren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geprofileerd hebben
jij zult geprofileerd hebben
hij zal geprofileerd hebben
wij zullen geprofileerd hebben
jullie zullen geprofileerd hebben
zij zullen geprofileerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou profileren
jij zou profileren
hij zou profileren
wij zouden profileren
jullie zouden profileren
zij zouden profileren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geprofileerd hebben
jij zou geprofileerd hebben
hij zou geprofileerd hebben
wij zouden geprofileerd hebben
jullie zouden geprofileerd hebben
zij zouden geprofileerd hebben

Gebiedende wijs
profileer

Aanvoegende wijs
profilere

Voorbeelden

  1. Profileer je nu, Gregorio?
    Is that you profiling, Gregorio?
  2. Profileer jezelf als Dirty Harry!
    Assert yourself like Dirty Harry!
  3. Gewoon omdat je weet hoe ik profileer betekent niet dat je mij kent.
    Just because you know how I profile doesn 't mean you know me.
  4. profileren
    to present oneself as
  5. profileren (zich)
    distinguish Xself
  6. Goed, laten we hem profileren.
    Okay, let 's break him down.
  7. Je kunt me niet profileren.
    You can 't profile me.
  8. Ik wil me echt profileren.
    I really want to make my mark this session.
  9. Bedankt voor het profileren, rechercheur.
    Thanks for the crack work, Detective.
  10. De andere studenten moesten zich profileren.
    The other students needed to step up.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden