NL: professionaliseren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
geprofessionaliseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik professionaliseer jij professionaliseert hij professionaliseert wij professionaliseren jullie professionaliseren zij professionaliseren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geprofessionaliseerd jij hebt geprofessionaliseerd hij heeft geprofessionaliseerd wij hebben geprofessionaliseerd jullie hebben geprofessionaliseerd zij hebben geprofessionaliseerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik professionaliseerde jij professionaliseerde hij professionaliseerde wij professionaliseerden jullie professionaliseerden zij professionaliseerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geprofessionaliseerd jij had geprofessionaliseerd hij had geprofessionaliseerd wij hadden geprofessionaliseerd jullie hadden geprofessionaliseerd zij hadden geprofessionaliseerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal professionaliseren jij zult professionaliseren hij zal professionaliseren wij zullen professionaliseren jullie zullen professionaliseren zij zullen professionaliseren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geprofessionaliseerd hebben jij zult geprofessionaliseerd hebben hij zal geprofessionaliseerd hebben wij zullen geprofessionaliseerd hebben jullie zullen geprofessionaliseerd hebben zij zullen geprofessionaliseerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou professionaliseren jij zou professionaliseren hij zou professionaliseren wij zouden professionaliseren jullie zouden professionaliseren zij zouden professionaliseren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geprofessionaliseerd hebben jij zou geprofessionaliseerd hebben hij zou geprofessionaliseerd hebben wij zouden geprofessionaliseerd hebben jullie zouden geprofessionaliseerd hebben zij zouden geprofessionaliseerd hebben
|
Gebiedende wijs |
professionaliseer
|
Aanvoegende wijs |
professionalisere |