Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: professen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geprofest

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik profes
jij profest
hij profest
wij professen
jullie professen
zij professen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geprofest
jij hebt geprofest
hij heeft geprofest
wij hebben geprofest
jullie hebben geprofest
zij hebben geprofest

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik profeste
jij profeste
hij profeste
wij profesten
jullie profesten
zij profesten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geprofest
jij had geprofest
hij had geprofest
wij hadden geprofest
jullie hadden geprofest
zij hadden geprofest

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal professen
jij zult professen
hij zal professen
wij zullen professen
jullie zullen professen
zij zullen professen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geprofest hebben
jij zult geprofest hebben
hij zal geprofest hebben
wij zullen geprofest hebben
jullie zullen geprofest hebben
zij zullen geprofest hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou professen
jij zou professen
hij zou professen
wij zouden professen
jullie zouden professen
zij zouden professen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geprofest hebben
jij zou geprofest hebben
hij zou geprofest hebben
wij zouden geprofest hebben
jullie zouden geprofest hebben
zij zouden geprofest hebben

Gebiedende wijs
profes

Aanvoegende wijs
professe

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden