Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: proclameren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geproclameerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik proclameer
jij proclameert
hij proclameert
wij proclameren
jullie proclameren
zij proclameren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geproclameerd
jij hebt geproclameerd
hij heeft geproclameerd
wij hebben geproclameerd
jullie hebben geproclameerd
zij hebben geproclameerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik proclameerde
jij proclameerde
hij proclameerde
wij proclameerden
jullie proclameerden
zij proclameerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geproclameerd
jij had geproclameerd
hij had geproclameerd
wij hadden geproclameerd
jullie hadden geproclameerd
zij hadden geproclameerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal proclameren
jij zult proclameren
hij zal proclameren
wij zullen proclameren
jullie zullen proclameren
zij zullen proclameren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geproclameerd hebben
jij zult geproclameerd hebben
hij zal geproclameerd hebben
wij zullen geproclameerd hebben
jullie zullen geproclameerd hebben
zij zullen geproclameerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou proclameren
jij zou proclameren
hij zou proclameren
wij zouden proclameren
jullie zouden proclameren
zij zouden proclameren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geproclameerd hebben
jij zou geproclameerd hebben
hij zou geproclameerd hebben
wij zouden geproclameerd hebben
jullie zouden geproclameerd hebben
zij zouden geproclameerd hebben

Gebiedende wijs
proclameer

Aanvoegende wijs
proclamere

Voorbeelden

  1. Zijne Heiligheid zal zich haasten om de profetie te proclameren.
    His holiness will hurry himself proclaim prophecy.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden