Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: priegelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepriegeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik priegel
jij priegelt
hij priegelt
wij priegelen
jullie priegelen
zij priegelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepriegeld
jij hebt gepriegeld
hij heeft gepriegeld
wij hebben gepriegeld
jullie hebben gepriegeld
zij hebben gepriegeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik priegelde
jij priegelde
hij priegelde
wij priegelden
jullie priegelden
zij priegelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepriegeld
jij had gepriegeld
hij had gepriegeld
wij hadden gepriegeld
jullie hadden gepriegeld
zij hadden gepriegeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal priegelen
jij zult priegelen
hij zal priegelen
wij zullen priegelen
jullie zullen priegelen
zij zullen priegelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepriegeld hebben
jij zult gepriegeld hebben
hij zal gepriegeld hebben
wij zullen gepriegeld hebben
jullie zullen gepriegeld hebben
zij zullen gepriegeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou priegelen
jij zou priegelen
hij zou priegelen
wij zouden priegelen
jullie zouden priegelen
zij zouden priegelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepriegeld hebben
jij zou gepriegeld hebben
hij zou gepriegeld hebben
wij zouden gepriegeld hebben
jullie zouden gepriegeld hebben
zij zouden gepriegeld hebben

Gebiedende wijs
priegel

Aanvoegende wijs
priegele

Voorbeelden

  1. Leuk dat je voorkeur hebt voor die priegel techniek.
    So funny how you prefer the raking technique.
  2. Opdoffen, priegelen en aanmodderen... in de hoop dat de jongens naar haar kijken.
    Primping and fussing and holding out, hoping a boy will look her way.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden