Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: presideren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepresideerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik presideer
jij presideert
hij presideert
wij presideren
jullie presideren
zij presideren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepresideerd
jij hebt gepresideerd
hij heeft gepresideerd
wij hebben gepresideerd
jullie hebben gepresideerd
zij hebben gepresideerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik presideerde
jij presideerde
hij presideerde
wij presideerden
jullie presideerden
zij presideerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepresideerd
jij had gepresideerd
hij had gepresideerd
wij hadden gepresideerd
jullie hadden gepresideerd
zij hadden gepresideerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal presideren
jij zult presideren
hij zal presideren
wij zullen presideren
jullie zullen presideren
zij zullen presideren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepresideerd hebben
jij zult gepresideerd hebben
hij zal gepresideerd hebben
wij zullen gepresideerd hebben
jullie zullen gepresideerd hebben
zij zullen gepresideerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou presideren
jij zou presideren
hij zou presideren
wij zouden presideren
jullie zouden presideren
zij zouden presideren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepresideerd hebben
jij zou gepresideerd hebben
hij zou gepresideerd hebben
wij zouden gepresideerd hebben
jullie zouden gepresideerd hebben
zij zouden gepresideerd hebben

Gebiedende wijs
presideer

Aanvoegende wijs
presidere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden