Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: preciseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepreciseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik preciseer
jij preciseert
hij preciseert
wij preciseren
jullie preciseren
zij preciseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepreciseerd
jij hebt gepreciseerd
hij heeft gepreciseerd
wij hebben gepreciseerd
jullie hebben gepreciseerd
zij hebben gepreciseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik preciseerde
jij preciseerde
hij preciseerde
wij preciseerden
jullie preciseerden
zij preciseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepreciseerd
jij had gepreciseerd
hij had gepreciseerd
wij hadden gepreciseerd
jullie hadden gepreciseerd
zij hadden gepreciseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal preciseren
jij zult preciseren
hij zal preciseren
wij zullen preciseren
jullie zullen preciseren
zij zullen preciseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepreciseerd hebben
jij zult gepreciseerd hebben
hij zal gepreciseerd hebben
wij zullen gepreciseerd hebben
jullie zullen gepreciseerd hebben
zij zullen gepreciseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou preciseren
jij zou preciseren
hij zou preciseren
wij zouden preciseren
jullie zouden preciseren
zij zouden preciseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepreciseerd hebben
jij zou gepreciseerd hebben
hij zou gepreciseerd hebben
wij zouden gepreciseerd hebben
jullie zouden gepreciseerd hebben
zij zouden gepreciseerd hebben

Gebiedende wijs
preciseer

Aanvoegende wijs
precisere

Voorbeelden

  1. Ik preciseer een paar...
    I 'll detail a couple of...
  2. Hij wou niet preciseren.
    Nie mówi ³ zbyt konkretnie.
  3. Hij wou niet preciseren.
    He wouldn 't be specific.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden