Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: praten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepraat

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik praat
jij praat
hij praat
wij praten
jullie praten
zij praten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepraat
jij hebt gepraat
hij heeft gepraat
wij hebben gepraat
jullie hebben gepraat
zij hebben gepraat

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik praatte
jij praatte
hij praatte
wij praatten
jullie praatten
zij praatten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepraat
jij had gepraat
hij had gepraat
wij hadden gepraat
jullie hadden gepraat
zij hadden gepraat

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal praten
jij zult praten
hij zal praten
wij zullen praten
jullie zullen praten
zij zullen praten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepraat hebben
jij zult gepraat hebben
hij zal gepraat hebben
wij zullen gepraat hebben
jullie zullen gepraat hebben
zij zullen gepraat hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou praten
jij zou praten
hij zou praten
wij zouden praten
jullie zouden praten
zij zouden praten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepraat hebben
jij zou gepraat hebben
hij zou gepraat hebben
wij zouden gepraat hebben
jullie zouden gepraat hebben
zij zouden gepraat hebben

Gebiedende wijs
praat

Aanvoegende wijs
prate

Voorbeelden

  1. Oké. Praat. Praat.
    all right. talk. talk.
  2. Ik praat en praat en praat.
    I talk and talk and talk.
  3. Ik praat, jij praat.
    I talk, you talk.
  4. Hij praat en praat.
    He talks and talks.
  5. Hij praat, hij praat.
    He speaks, he speaks.
  6. Praat met wie je moet praten.
    Talk with who you need to talk.
  7. Als zij willen praten, praat je.
    They wanna talk, you talk.
  8. Praat nu of praat later.
    Talk now or talk later.
  9. Dan praat je de praat
    Thenyou 'll talk-erate the talk
  10. Praat, alsjeblieft.
    Speak up, please.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden