Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: prankcallen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geprankcalld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik prankcall
jij prankcallt
hij prankcallt
wij prankcallen
jullie prankcallen
zij prankcallen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geprankcalld
jij hebt geprankcalld
hij heeft geprankcalld
wij hebben geprankcalld
jullie hebben geprankcalld
zij hebben geprankcalld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik prankcallde
jij prankcallde
hij prankcallde
wij prankcallden
jullie prankcallden
zij prankcallden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geprankcalld
jij had geprankcalld
hij had geprankcalld
wij hadden geprankcalld
jullie hadden geprankcalld
zij hadden geprankcalld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal prankcallen
jij zult prankcallen
hij zal prankcallen
wij zullen prankcallen
jullie zullen prankcallen
zij zullen prankcallen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geprankcalld hebben
jij zult geprankcalld hebben
hij zal geprankcalld hebben
wij zullen geprankcalld hebben
jullie zullen geprankcalld hebben
zij zullen geprankcalld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou prankcallen
jij zou prankcallen
hij zou prankcallen
wij zouden prankcallen
jullie zouden prankcallen
zij zouden prankcallen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geprankcalld hebben
jij zou geprankcalld hebben
hij zou geprankcalld hebben
wij zouden geprankcalld hebben
jullie zouden geprankcalld hebben
zij zouden geprankcalld hebben

Gebiedende wijs
prankcall

Aanvoegende wijs
prankcalle

Voorbeelden

  1. Sheriff, ik heb het verslag over de prankcall van een paar avonden terug.
    Sheriff, I got the report in about the prank call the other night.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden