Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pralen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepraald

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik praal
jij praalt
hij praalt
wij pralen
jullie pralen
zij pralen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepraald
jij hebt gepraald
hij heeft gepraald
wij hebben gepraald
jullie hebben gepraald
zij hebben gepraald

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik praalde
jij praalde
hij praalde
wij praalden
jullie praalden
zij praalden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepraald
jij had gepraald
hij had gepraald
wij hadden gepraald
jullie hadden gepraald
zij hadden gepraald

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pralen
jij zult pralen
hij zal pralen
wij zullen pralen
jullie zullen pralen
zij zullen pralen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepraald hebben
jij zult gepraald hebben
hij zal gepraald hebben
wij zullen gepraald hebben
jullie zullen gepraald hebben
zij zullen gepraald hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pralen
jij zou pralen
hij zou pralen
wij zouden pralen
jullie zouden pralen
zij zouden pralen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepraald hebben
jij zou gepraald hebben
hij zou gepraald hebben
wij zouden gepraald hebben
jullie zouden gepraald hebben
zij zouden gepraald hebben

Gebiedende wijs
praal

Aanvoegende wijs
prale

Voorbeelden

  1. Hij verlangt vorsteIijke praal.
    The King demanded that you arrive in style.
  2. Dan geven we hem praal.
    Hmm! In style we shall be.
  3. Welkom bij mijn pracht en praal.
    Welcome to my pride and joy.
  4. Napoleon zal arriveren in pracht en praal.
    Napoleon will arrive in pomp and in power.
  5. De trommels en de mensen en de praal...
    The drums and the people and the pageantry...
  6. Nee, zeg maar, pracht en praal of zoiets.
    No, like, pomp or circumstance or whatever.
  7. Pracht en praal en romantiek waren een onverbeterlijke combinatie.
    Pageantry and romance were an unbeatable combination.
  8. Je moet het gehaat hebben, al die pracht en praal.
    You must have hated it, the pomp and circumstance.
  9. We vieren het 200-jarig bestaan met pracht en praal.
    We 'll celebrate this 200th anniversary proudly and publicly.
  10. Het zal een kleine bruiloft worden. Geen pracht en praal.
    It 'll be a small wedding, no pump and ceremony.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden