Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: prakken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geprakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik prak
jij prakt
hij prakt
wij prakken
jullie prakken
zij prakken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geprakt
jij hebt geprakt
hij heeft geprakt
wij hebben geprakt
jullie hebben geprakt
zij hebben geprakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik prakte
jij prakte
hij prakte
wij prakten
jullie prakten
zij prakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geprakt
jij had geprakt
hij had geprakt
wij hadden geprakt
jullie hadden geprakt
zij hadden geprakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal prakken
jij zult prakken
hij zal prakken
wij zullen prakken
jullie zullen prakken
zij zullen prakken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geprakt hebben
jij zult geprakt hebben
hij zal geprakt hebben
wij zullen geprakt hebben
jullie zullen geprakt hebben
zij zullen geprakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou prakken
jij zou prakken
hij zou prakken
wij zouden prakken
jullie zouden prakken
zij zouden prakken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geprakt hebben
jij zou geprakt hebben
hij zou geprakt hebben
wij zouden geprakt hebben
jullie zouden geprakt hebben
zij zouden geprakt hebben

Gebiedende wijs
prak

Aanvoegende wijs
prakke

Voorbeelden

  1. Prak is nog steeds hier...
    Prak 's still here.
  2. De auto in de prak gereden?
    Did you wreck the car?
  3. Ik heb agente die het prak doorzoeken
    I have unis canvassing the park.
  4. Rijd hem niet in de prak, oké?
    Just don 't crash it, ok?
  5. Jarret, rij de pace car niet in de prak.
    Jarret, don 't wreck the pace car.
  6. De man wiens auto je in de prak reed.
    Who? The guy whose car you just crashed.
  7. De wagen lag in de prak, maar hij was verdwenen.
    It was pretty badly smashed up, but there was no sign of him.
  8. Zeker nu je' r auto in de prak hebt gereden.
    Especially since you wrecked her car last week.
  9. Je hebt' m niet weer in de prak gereden, toch?
    You haven 't smashed it up again, have you?
  10. Omdat hij in de prak ligt en naar de garage is.
    Because you wrecked it and it 's in the shop.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden