NL: postdateren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gepostdateerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik postdateer jij postdateert hij postdateert wij postdateren jullie postdateren zij postdateren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gepostdateerd jij hebt gepostdateerd hij heeft gepostdateerd wij hebben gepostdateerd jullie hebben gepostdateerd zij hebben gepostdateerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik postdateerde jij postdateerde hij postdateerde wij postdateerden jullie postdateerden zij postdateerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gepostdateerd jij had gepostdateerd hij had gepostdateerd wij hadden gepostdateerd jullie hadden gepostdateerd zij hadden gepostdateerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal postdateren jij zult postdateren hij zal postdateren wij zullen postdateren jullie zullen postdateren zij zullen postdateren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gepostdateerd hebben jij zult gepostdateerd hebben hij zal gepostdateerd hebben wij zullen gepostdateerd hebben jullie zullen gepostdateerd hebben zij zullen gepostdateerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou postdateren jij zou postdateren hij zou postdateren wij zouden postdateren jullie zouden postdateren zij zouden postdateren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gepostdateerd hebben jij zou gepostdateerd hebben hij zou gepostdateerd hebben wij zouden gepostdateerd hebben jullie zouden gepostdateerd hebben zij zouden gepostdateerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
postdateer
|
| Aanvoegende wijs |
| postdatere |