Voorbeelden

1. All that dreary pomp.
   Het akelige pompeuze gedoe.
2. Why all the pomp and circumstance?
   Waarom al die poppenkast?
3. No, like, pomp or circumstance or whatever.
   Nee, zeg maar, pracht en praal of zoiets.
4. Napoleon will arrive in pomp and in power.
   Napoleon zal arriveren in pracht en praal.
5. You can 't have the pomp without the circumstance.
   Er hoort wel officiële muziek bij.
6. You must have hated it, the pomp and circumstance.
   Je moet het gehaat hebben, al die pracht en praal.
7. The wedding ceremony will be surrounded by pomp and circumstance!
   De huwelijksceremonie wordt een schitterend spektakel.
8. And here we celebrate it with a lot of pomp.
   En hier vieren we dat met veel ophef.
9. It 's all pomp and circumstance until someone loses an eye.
   Het is allemaal pracht en praal totdat iemand een oog verliest.
10. Remember, we play this at the end of the ceremony after Pomp and Circumstance.
    Onthou dat we deze aan het eind van de ceremonie spelen, na Pomp en Circumstance.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden