1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. pommel

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to pommel    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
pommeling; pommelling

Present simple (ott)
I pommel
you pommel
he pommels
we pommel
you pommel
they pommel

Present perfect (vtt)
I have pommeled; pommelled
you have pommeled; pommelled
he has pommeled; pommelled
we have pommeled; pommelled
you have pommeled; pommelled
they have pommeled; pommelled

Past Simple (ovt)
I pommeled; pommelled
you pommeled; pommelled
he pommeled; pommelled
we pommeled; pommelled
you pommeled; pommelled
they pommeled; pommelled

Past perfect (vvt)
I had pommeled; pommelled
you had pommeled; pommelled
he had pommeled; pommelled
we had pommeled; pommelled
you had pommeled; pommelled
they had pommeled; pommelled

Present future (ottt)
I will pommel
you will pommel
he will pommel
we will pommel
you will pommel
they will pommel

Present future perfect (vttt)
I will have pommeled; pommelled
you will have pommeled; pommelled
he will have pommeled; pommelled
we will have pommeled; pommelled
you will have pommeled; pommelled
they will have pommeled; pommelled

Past future (ovtt)
I would pommel
you would pommel
he would pommel
we would pommel
you would pommel
they would pommel

Past future perfect (vvtt)
I would have pommeled; pommelled
you would have pommeled; pommelled
he would have pommeled; pommelled
we would have pommeled; pommelled
you would have pommeled; pommelled
they would have pommeled; pommelled


Voorbeelden

  1. Brass-mounted hilt, a crown pommel, steel blade.
    Messing gemonteerd handvat, een kroon knop, stalen blad.
  2. This girl 's a champion pommel horse gymnast.
    Ze was kampioen voltigepaard.
  3. Who gave you that sword with the gold lion on the pommel?
    Wie gaf je dat zwaard met de gouden leeuw op het handvat?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try