NL: polychromeren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gepolychromeerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik polychromeer jij polychromeert hij polychromeert wij polychromeren jullie polychromeren zij polychromeren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gepolychromeerd jij hebt gepolychromeerd hij heeft gepolychromeerd wij hebben gepolychromeerd jullie hebben gepolychromeerd zij hebben gepolychromeerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik polychromeerde jij polychromeerde hij polychromeerde wij polychromeerden jullie polychromeerden zij polychromeerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gepolychromeerd jij had gepolychromeerd hij had gepolychromeerd wij hadden gepolychromeerd jullie hadden gepolychromeerd zij hadden gepolychromeerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal polychromeren jij zult polychromeren hij zal polychromeren wij zullen polychromeren jullie zullen polychromeren zij zullen polychromeren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gepolychromeerd hebben jij zult gepolychromeerd hebben hij zal gepolychromeerd hebben wij zullen gepolychromeerd hebben jullie zullen gepolychromeerd hebben zij zullen gepolychromeerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou polychromeren jij zou polychromeren hij zou polychromeren wij zouden polychromeren jullie zouden polychromeren zij zouden polychromeren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gepolychromeerd hebben jij zou gepolychromeerd hebben hij zou gepolychromeerd hebben wij zouden gepolychromeerd hebben jullie zouden gepolychromeerd hebben zij zouden gepolychromeerd hebben
|
Gebiedende wijs |
polychromeer
|
Aanvoegende wijs |
polychromere |