Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: polemiseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepolemiseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik polemiseer
jij polemiseert
hij polemiseert
wij polemiseren
jullie polemiseren
zij polemiseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepolemiseerd
jij hebt gepolemiseerd
hij heeft gepolemiseerd
wij hebben gepolemiseerd
jullie hebben gepolemiseerd
zij hebben gepolemiseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik polemiseerde
jij polemiseerde
hij polemiseerde
wij polemiseerden
jullie polemiseerden
zij polemiseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepolemiseerd
jij had gepolemiseerd
hij had gepolemiseerd
wij hadden gepolemiseerd
jullie hadden gepolemiseerd
zij hadden gepolemiseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal polemiseren
jij zult polemiseren
hij zal polemiseren
wij zullen polemiseren
jullie zullen polemiseren
zij zullen polemiseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepolemiseerd hebben
jij zult gepolemiseerd hebben
hij zal gepolemiseerd hebben
wij zullen gepolemiseerd hebben
jullie zullen gepolemiseerd hebben
zij zullen gepolemiseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou polemiseren
jij zou polemiseren
hij zou polemiseren
wij zouden polemiseren
jullie zouden polemiseren
zij zouden polemiseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepolemiseerd hebben
jij zou gepolemiseerd hebben
hij zou gepolemiseerd hebben
wij zouden gepolemiseerd hebben
jullie zouden gepolemiseerd hebben
zij zouden gepolemiseerd hebben

Gebiedende wijs
polemiseer

Aanvoegende wijs
polemisere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden