Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pokeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepokerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik poker
jij pokert
hij pokert
wij pokeren
jullie pokeren
zij pokeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepokerd
jij hebt gepokerd
hij heeft gepokerd
wij hebben gepokerd
jullie hebben gepokerd
zij hebben gepokerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pokerde
jij pokerde
hij pokerde
wij pokerden
jullie pokerden
zij pokerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepokerd
jij had gepokerd
hij had gepokerd
wij hadden gepokerd
jullie hadden gepokerd
zij hadden gepokerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pokeren
jij zult pokeren
hij zal pokeren
wij zullen pokeren
jullie zullen pokeren
zij zullen pokeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepokerd hebben
jij zult gepokerd hebben
hij zal gepokerd hebben
wij zullen gepokerd hebben
jullie zullen gepokerd hebben
zij zullen gepokerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pokeren
jij zou pokeren
hij zou pokeren
wij zouden pokeren
jullie zouden pokeren
zij zouden pokeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepokerd hebben
jij zou gepokerd hebben
hij zou gepokerd hebben
wij zouden gepokerd hebben
jullie zouden gepokerd hebben
zij zouden gepokerd hebben

Gebiedende wijs
poker

Aanvoegende wijs
pokere

Voorbeelden

  1. geen probleem, poker.
    No problem, poker.
  2. Wat, indiaanse poker?
    What, Injun poker?
  3. Games en poker...
    Games and poker...
  4. Ik speelde poker.
    I was in this poker game.
  5. Speel nooit poker.
    Don 't ever play poker.
  6. Wij spelen poker.
    We 're playing poker.
  7. Donderdagavond, ik speel poker.
    Thursday nights, I play poker.
  8. Echt, wat voor poker?
    Really, and what kind?
  9. Ik speel graag poker.
    I like playing hold' em.
  10. Natuurlijk was het poker.
    Of course it was poker.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden