Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: plukken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geplukt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pluk
jij plukt
hij plukt
wij plukken
jullie plukken
zij plukken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geplukt
jij hebt geplukt
hij heeft geplukt
wij hebben geplukt
jullie hebben geplukt
zij hebben geplukt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik plukte
jij plukte
hij plukte
wij plukten
jullie plukten
zij plukten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geplukt
jij had geplukt
hij had geplukt
wij hadden geplukt
jullie hadden geplukt
zij hadden geplukt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal plukken
jij zult plukken
hij zal plukken
wij zullen plukken
jullie zullen plukken
zij zullen plukken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geplukt hebben
jij zult geplukt hebben
hij zal geplukt hebben
wij zullen geplukt hebben
jullie zullen geplukt hebben
zij zullen geplukt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou plukken
jij zou plukken
hij zou plukken
wij zouden plukken
jullie zouden plukken
zij zouden plukken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geplukt hebben
jij zou geplukt hebben
hij zou geplukt hebben
wij zouden geplukt hebben
jullie zouden geplukt hebben
zij zouden geplukt hebben

Gebiedende wijs
pluk

Aanvoegende wijs
plukke

Voorbeelden

  1. Pluk de laatste dag.
    Carpe the last diem!
  2. Pluk ze voor Kaidu.
    Pick some for Kaidu.
  3. Pluk de dag, bro.
    Seize the day, bro.
  4. Pluk de dag, George.
    Carpe diem, George.
  5. Pluk de dag, lieverd.
    Seize the day, my love.
  6. Pluk de tien sterkste eruit.
    Tie Ten of the strongest.
  7. Ik pluk de dag, broertje.
    I gotta seize the day, bro.
  8. Laat me bij die pluk.
    Let me get into that tuft.
  9. Ik pluk je ogen eruit.
    I 'll gouge your eyes out!
  10. Waarom pluk je alle vruchten?
    Why you pickin' all the peaches?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden