Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pluimen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepluimd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pluim
jij pluimt
hij pluimt
wij pluimen
jullie pluimen
zij pluimen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepluimd
jij hebt gepluimd
hij heeft gepluimd
wij hebben gepluimd
jullie hebben gepluimd
zij hebben gepluimd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pluimde
jij pluimde
hij pluimde
wij pluimden
jullie pluimden
zij pluimden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepluimd
jij had gepluimd
hij had gepluimd
wij hadden gepluimd
jullie hadden gepluimd
zij hadden gepluimd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pluimen
jij zult pluimen
hij zal pluimen
wij zullen pluimen
jullie zullen pluimen
zij zullen pluimen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepluimd hebben
jij zult gepluimd hebben
hij zal gepluimd hebben
wij zullen gepluimd hebben
jullie zullen gepluimd hebben
zij zullen gepluimd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pluimen
jij zou pluimen
hij zou pluimen
wij zouden pluimen
jullie zouden pluimen
zij zouden pluimen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepluimd hebben
jij zou gepluimd hebben
hij zou gepluimd hebben
wij zouden gepluimd hebben
jullie zouden gepluimd hebben
zij zouden gepluimd hebben

Gebiedende wijs
pluim

Aanvoegende wijs
pluime

Voorbeelden

  1. Staart tegen staart, pluim aan pluim
    Tail to tail, feather to feather
  2. Dit heet een pluim.
    It 's called a plume.
  3. Pluim op je carrière.
    Feathers in caps.
  4. Daar krijg je geen pluim voor.
    That 's not pointing back to you.
  5. Zo dun, in feite, als een pluim.
    As thin, in fact, as a feather.
  6. De lange rode pluim werkt als' n kieuw.
    The long red plume is like a gill.
  7. De pluim moet aan de buitenkant geplaatst worden.
    Always position the feather facing outwards.
  8. Overdrijf het niet, of je verschrompelt als een pluim.
    Don 't stay too long. You 'll shrivel up like prunes.
  9. Dat zou nogal een pluim op je pet zijn.
    That would be quite a feather in your cap.
  10. Smith schetst hoe de ondergrondse pluim er mogelijk uitziet.
    Smith makes an educated guess about what the underground plume is like.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden