Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: platschieten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
platgeschoten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schiet plat
jij schiet plat
hij schiet plat
wij schieten plat
jullie schieten plat
zij schieten plat

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik platschiet
dat jij platschiet
dat hij platschiet
dat wij platschieten
dat jullie platschieten
dat zij platschieten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb platgeschoten
jij hebt platgeschoten
hij heeft platgeschoten
wij hebben platgeschoten
jullie hebben platgeschoten
zij hebben platgeschoten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schoot plat
jij schoot plat
hij schoot plat
wij schoten plat
jullie schoten plat
zij schoten plat

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik platschoot
dat jij platschoot
dat hij platschoot
dat wij platschoten
dat jullie platschoten
dat zij platschoten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had platgeschoten
jij had platgeschoten
hij had platgeschoten
wij hadden platgeschoten
jullie hadden platgeschoten
zij hadden platgeschoten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal platschieten
jij zult platschieten
hij zal platschieten
wij zullen platschieten
jullie zullen platschieten
zij zullen platschieten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal platgeschoten hebben
jij zult platgeschoten hebben
hij zal platgeschoten hebben
wij zullen platgeschoten hebben
jullie zullen platgeschoten hebben
zij zullen platgeschoten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou platschieten
jij zou platschieten
hij zou platschieten
wij zouden platschieten
jullie zouden platschieten
zij zouden platschieten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou platgeschoten hebben
jij zou platgeschoten hebben
hij zou platgeschoten hebben
wij zouden platgeschoten hebben
jullie zouden platgeschoten hebben
zij zouden platgeschoten hebben

Gebiedende wijs
schiet plat

Aanvoegende wijs
platschiete

Voorbeelden

  1. Ik moet de haven beschermen, niet platschieten.
    My orders are to protect this port, not level it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden