Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: planteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geplanteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik planteer
jij planteert
hij planteert
wij planteren
jullie planteren
zij planteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geplanteerd
jij hebt geplanteerd
hij heeft geplanteerd
wij hebben geplanteerd
jullie hebben geplanteerd
zij hebben geplanteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik planteerde
jij planteerde
hij planteerde
wij planteerden
jullie planteerden
zij planteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geplanteerd
jij had geplanteerd
hij had geplanteerd
wij hadden geplanteerd
jullie hadden geplanteerd
zij hadden geplanteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal planteren
jij zult planteren
hij zal planteren
wij zullen planteren
jullie zullen planteren
zij zullen planteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geplanteerd hebben
jij zult geplanteerd hebben
hij zal geplanteerd hebben
wij zullen geplanteerd hebben
jullie zullen geplanteerd hebben
zij zullen geplanteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou planteren
jij zou planteren
hij zou planteren
wij zouden planteren
jullie zouden planteren
zij zouden planteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geplanteerd hebben
jij zou geplanteerd hebben
hij zou geplanteerd hebben
wij zouden geplanteerd hebben
jullie zouden geplanteerd hebben
zij zouden geplanteerd hebben

Gebiedende wijs
planteer

Aanvoegende wijs
plantere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden