Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: planten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geplant

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik plant
jij plant
hij plant
wij planten
jullie planten
zij planten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geplant
jij hebt geplant
hij heeft geplant
wij hebben geplant
jullie hebben geplant
zij hebben geplant

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik plantte
jij plantte
hij plantte
wij plantten
jullie plantten
zij plantten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geplant
jij had geplant
hij had geplant
wij hadden geplant
jullie hadden geplant
zij hadden geplant

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal planten
jij zult planten
hij zal planten
wij zullen planten
jullie zullen planten
zij zullen planten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geplant hebben
jij zult geplant hebben
hij zal geplant hebben
wij zullen geplant hebben
jullie zullen geplant hebben
zij zullen geplant hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou planten
jij zou planten
hij zou planten
wij zouden planten
jullie zouden planten
zij zouden planten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geplant hebben
jij zou geplant hebben
hij zou geplant hebben
wij zouden geplant hebben
jullie zouden geplant hebben
zij zouden geplant hebben

Gebiedende wijs
plant

Aanvoegende wijs
plante

Voorbeelden

  1. Tropische plant
    Tropical plant
  2. Plant miljoenen bomen.
    Let us plant millions of trees.
  3. Ik plant groente...
    I 'm planting vegetables.
  4. Plant de werkzaamheden.
    Plan work procedures.
  5. Een wandelende plant.
    It 's a mobile plant.
  6. Herkomst plant herleid.
    Plant origin verified.
  7. Plant wat boerenkool.
    You should plant some kale.
  8. Plant watergeef kerel.
    Plant watering guy.
  9. Plant, dier, insect.
    Plant, animal, insect...
  10. Behalve de opvallende plant?
    You mean beside the obvious plant?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden