Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pingen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepingd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ping
jij pingt
hij pingt
wij pingen
jullie pingen
zij pingen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepingd
jij hebt gepingd
hij heeft gepingd
wij hebben gepingd
jullie hebben gepingd
zij hebben gepingd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pingde
jij pingde
hij pingde
wij pingden
jullie pingden
zij pingden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepingd
jij had gepingd
hij had gepingd
wij hadden gepingd
jullie hadden gepingd
zij hadden gepingd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pingen
jij zult pingen
hij zal pingen
wij zullen pingen
jullie zullen pingen
zij zullen pingen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepingd hebben
jij zult gepingd hebben
hij zal gepingd hebben
wij zullen gepingd hebben
jullie zullen gepingd hebben
zij zullen gepingd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pingen
jij zou pingen
hij zou pingen
wij zouden pingen
jullie zouden pingen
zij zouden pingen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepingd hebben
jij zou gepingd hebben
hij zou gepingd hebben
wij zouden gepingd hebben
jullie zouden gepingd hebben
zij zouden gepingd hebben

Gebiedende wijs
ping

Aanvoegende wijs
pinge

Voorbeelden

  1. Kom rond ping-ping staan.
    Now gather' round ping-ping.
  2. Ping het volgsysteem.
    Ping the tracker.
  3. Het is een bezoekje van de ping ping elf.
    It 's a visit from the money fairy.
  4. Patton, ping wat je moet pingen, volg wat je moet volgen.
    Patton, ping whatever you got to ping, trace whatever you got to trace.
  5. Wei Ping, kan je...
    Wei Ping, can you just?
  6. Bedoel je Ping-Pongs?
    You mean ping-pongs?
  7. Het heet Ping-Pong.
    lt 's called Ping-Pong.
  8. Flipperkast, ping-pong, iets.
    Bumper pool, ping-pong, something.
  9. Dank je, Ping Pong.
    Thank you, Ping-Pong.
  10. Knip ons los, Ping.
    Ping, cut us loose!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden