Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pingelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepingeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pingel
jij pingelt
hij pingelt
wij pingelen
jullie pingelen
zij pingelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepingeld
jij hebt gepingeld
hij heeft gepingeld
wij hebben gepingeld
jullie hebben gepingeld
zij hebben gepingeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pingelde
jij pingelde
hij pingelde
wij pingelden
jullie pingelden
zij pingelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepingeld
jij had gepingeld
hij had gepingeld
wij hadden gepingeld
jullie hadden gepingeld
zij hadden gepingeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pingelen
jij zult pingelen
hij zal pingelen
wij zullen pingelen
jullie zullen pingelen
zij zullen pingelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepingeld hebben
jij zult gepingeld hebben
hij zal gepingeld hebben
wij zullen gepingeld hebben
jullie zullen gepingeld hebben
zij zullen gepingeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pingelen
jij zou pingelen
hij zou pingelen
wij zouden pingelen
jullie zouden pingelen
zij zouden pingelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepingeld hebben
jij zou gepingeld hebben
hij zou gepingeld hebben
wij zouden gepingeld hebben
jullie zouden gepingeld hebben
zij zouden gepingeld hebben

Gebiedende wijs
pingel

Aanvoegende wijs
pingele

Voorbeelden

  1. Ze wil vast pingelen.
    She must want to haggle.
  2. Oh, geweldig, nu begint het pingelen.
    Oh, great, here comes the haggling.
  3. Misschien zal jouw moeder in een betere stemming zijn om te pingelen.
    Maybe then your mother will be in a better mood to haggle.
  4. Dacht dat ik nog een schot op rondsluipen nemen, zien of er iets maakt het pingelen.
    Thought I 'd take another shot at wandering around, see if anything makes it ping.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden